Hoe wordt er gewerkt?

Werpbijl - symbolisch voor organisatie en veiligheid (schot in de roos of risico)

De diverse natuurorganisaties hebben professionals in dienst die zich dagelijks bezighouden met onderhoud van natuurgebieden. Zijn zijn verantwoordelijk voor de organisatie en veiligheid van natuurwerk.

Het aantal vrijwilligers dat zich inzet voor natuur is vele malen groter dan de professionals van de natuurorganisaties. Als deze twee groepen medewerkers goed samenwerken, dan is het voordeel er voor de natuur en de betrokkenen.

De term ‘Natuurwerkers’ slaat doorgaans op de vrijwilligers, niet de vaste medewerkers die specifieke functietitels hebben. De natuurwerkers zijn doorgaans actief in groepen op vaste tijden voor een beperkt aantal uren per week of maand. Ze werken samen met de vaste krachten, al dan niet onder directe supervisie. De (semi-)autonome groepen brengen meestal periodiek verslag uit aan een boswachter of andere begeleider. De rapportage is meestal alleen mondeling maar kan ook schriftelijk of online zijn.

Het gereedschap voor werkzaamheden is doorgaans beperkt tot handgereedschap. Soms valt een deel van het gereedschap onder de persoonlijke uitrusting van een vrijwilliger (zoals een snoeizaag). Vaker is het gereedschap opgeslagen bij de werklocatie.

Ook ‘eenvoudig’ handgereedschap als een spade en een zaag kan je goed en fout gebruiken. Het resultaat van fout gebruik kan leiden tot overbelasting van spieren en gewrichten of zelfs blessures. Meestal leer je het omgaan met het gereedschap in de praktijk maar het kan handig zijn om je voor te bereiden. Zie hiervoor de bespreking van Gereedschap voor effectief en veilig werken.

Bij uitzondering werken de vrijwilligers met aangedreven (mechanisch) gereedschap o.a. motorzaag en bosmaaier. In dat geval hebben ze hiervoor een opleiding gevolgd (ARBO voorschrift) maar doorgaans niet op koten van de natuurorganisatie.

Werkkleding is doorgaans op uitleenbasis beschikbaar. Dit om te vermijden dat de waarde van deze goederen belastingtechnisch meegerekend wordt. Vergoedingen zijn doorgaans incidenteel en op kostenbasis.
Informeer bij de organisatie waarvoor je werkt of gaat werken naar de voorwaarden die voor deze zaken gelden.

Veiligheid en opleiding

Doorgaans vallen de vrijwilligers bij de grotere organisaties onder een collectieve ongevallenverzekering. Hierop kan je een beroep doen bij het oplopen van verwondingen en beschadiging of verlies van persoonlijke eigendommen. Informeer hierover bij de organisatie waar je voor werkt.

Een specifieke opleiding is meestal niet nodig, afgezien van praktische kennis van de werklocatie en de specifieke werkzaamheden. De grotere organisaties bieden wel een aantal cursussen aan, online (zie LeerJeGroen) of op eigen locaties.

Enige kennis van soorten (flora) is zinvol om niet de verkeerde bomen om te zagen. Samen met verantwoord omgaan met gereedschap is dit het absolute minimum. In de praktijk leer je aanvullende zaken.

De werkzaamheden van alle medewerkers van natuurorganisaties vallen onder de ARBO richtlijnen. Ook de vrijwilligers vallen via de vrijwilligersovereenkomst onder de verzekering die is afgesloten door de organisatie waarvoor ze werken.

Goed en veilig werken?

Naast de bovengenoemde opleidingen kan je zelf op internet veel informatie vinden over de natuur en specifieke werkzaamheden. Je collega natuurwerkers hebben doorgaans al de nodige ervaring die ze over kunnen dragen. Stel gerust vragen over het inwerken van nieuwe mensen in een groep als er zaken niet duidelijk zijn. Een vaste collega die samen met je de eerste weken samenwerkt is prettig en je kan daarom vragen.

Veilig werken is een verantwoordelijkheid van alle leden van een natuurwerkgroep. Samen bepaal je de praktische aspecten van dagelijkse organisatie en veiligheid. Je kan besluiten om bij specifieke werkzaamheden met een hoger risico iemand aan te wijzen die extra op de veiligheid let. Iemand met EHBO vaardigheden in de groep is in die gevallen een goed idee.

Voorzichtigheid is met name geboden wanneer je bomen en struiken aan het vellen bent. Ook een boompje van een paar meter kan met een zwiepende top bij het omvallen verwondingen opleveren. Veiligheidsbrillen en helmen kunnen door je werkgever voorgeschreven zijn.
Blijf alert, een ongeluk zit in een klein hoekje en ook iemand die ‘even’ een plank over een sloot oversteekt kan lelijk ten val komen.

Informeer je over de bovenstaande zaken en signaleer bij je leidinggevende als er iets schort aan de organisatie en veiligheid.