Grote Waternavel (Hydrocotyle ranunculoides)

Grote Waternavel (Hydrocotyle ranunculoides)

De Grote Waternavel komt (oorspronkelijk) uit Zuid-Amerika overwoekert sloten in razendsnel en groeit tegenwoordig bijna over de hele wereld. In Nederland werd de soort verkocht als vijverplant en in 1994 voor het eerst in het wild aangetroffen. Het verkoopverbod in 2001 was te laat om verdere verspreiding te voorkomen.

Bij de bestrijding is timing en grondigheid van belang. Hoe vroeger wordt ingegrepen, des te beter. Grote besmettingen vergen heel veel tijd.

Het blad is op de foto hierboven te zien. De bladeren zijn 4 tot 10 centimeter groot. Ze zijn gekarteld en hebben een dunne steel in het midden van het blad. Het blad is aan één kant diep ingesneden tot de bladsteel. Bloemen zijn zelden te zien maar zijn klein en grauwwit van kleur.

Het groeiseizoen is van de Grote Waternavel vanaf eind mei waarbij de planten meestal langs de waterkant uitgroeien. De planten vormen een dekens die alle licht eronder wegneemt zodat andere soorten afsterven. Ook het zuurstofgehalte van het water neemt af waardoor waterdieren ook verdreven worden. Exemplaren die op de oever groeien hebben kleinere blaadjes.
De woekerende groei verstop watergangen en gemalen waardoor de waterschappen jaarlijks veel geld kwijt zijn aan de bestrijding.

Zie ook de Verspreidingsatlas.

Bestrijding Grote Waternavel

De verwijdering moet heel grondig gebeuren, omdat Ieder achterblijvend deel van de plant weer verder groeit. Met een kraan of maaiboot oogst met de vegetatie maar daarbij treedt vaal fragmentatie van de planten op. Afzuigen met filtering van het water is een optie die onderzocht wordt. Bij de afvoer van de resten dient gelet te worden op verlies, met name als de route langs water loopt.

Een alternatieve methode is o.a. Bevriezing door Tibach.

Zie ook Exotische soorten.